Een komische, maar ook wel zorgelijke ontwikkeling, is de opkomst van allerlei spraaktechnologie die beweert de computer toegankelijk te maken voor blinden en zeer slechtzienden. Komisch, omdat deze technologie al meer dan tien jaar bestaat en nu plotseling wordt neergezet als het laatste op het gebied van hulpmiddelen voor mensen met een leeshandicap. Volgens mij bestaat de ‘Windows Narrator’ al heel lang. Zorgelijk, omdat de aangeboden software bij lange na niet voorziet in de behoeften van echt visueel gehandicapten en een twijfelachtige signaalfunctie bevat.
Laten we ons, voor de zoveelste keer, nog eens buigen over de definitie van ‘blind’. “Ik ben volledig blind,” schrijft Anneke op een forum. “Zo blind, dat voor mij huizen slechts grijze blokken zijn en bomen niet meer dan vage strepen die pas als ik er op tien meter afstand van ben uit de mist opduiken. De letters op mijn computerbeeldscherm gaan, als ik moe ben, door elkaar heen lopen, zodat ik ze niet meer kan lezen.” Wil iemand mij even net zo blind komen slaan als Anneke? Dat zou voor mij een verbetering van honderd procent inhouden. Anders dan bij zwangerschap schijnen er gradaties van blind zijn te bestaan. Een beetje blind, redelijk blind, een boel blind en echt blind. Misschien zou het beter zijn om van blind te spreken als het niet slechter kan en alle andere gradaties van gezichtsvermindering te groeperen onder slecht -en zeer slechtziend. Dat zou de discussie over wie wat nodig heeft tenminste verduidelijken en het risico van verkeerde beeldvorming verminderen. Een beetje blind is namelijk heel wat anders dan helemaal blind.
Al een tijdje zien we de knoppen van ‘Readspeaker’ op de pagina’s van websites verschijnen. Gelukkig wordt de blinde computergebruiker niet geconfronteerd met het ongevraagd voorlezen van de pagina, je moet er voor op een link klikken. Maar daarna gaan zowel je schermlezer als de stem van Readspeaker hun verhaal vertellen, wat er in resulteert dat je zolang de schermleessoftware aan het woord is beide stemmen niet kan verstaan. Readspeaker leest vervolgens rustig verder, zonder je de mogelijkheid te bieden om in de pagina te navigeren of op links te kunnen klikken. Handig als je net een kopje koffie wilde inschenken, maar zinloos voor een computergebruiker die gewend is controle te hebben over wat er moet worden voorgelezen. Kortom, leuk voor matig slechtzienden en koffieverslaafden, maar nutteloos voor blinden en mensen die wel eens op een link klikken.
Nogmaals, tot nu toe dringen deze voorleeshulpjes zich niet op aan de computergebruiker, maar er zit een ander addertje onder het gras. De verenigingen die beweren de belangen van blinden te behartigen, worden aangevoerd door goedbedoelende zienden zonder inzicht in de verschillende gradaties van een visuele handicap. Met het promoten van deze speeltjes kan de indruk gewekt worden, dat het gebruik van (dure) schermleessoftware slechts een laatste optie is als het gaat om het toegankelijk maken van de computer. Daarnaast geeft het ontwikkelaars van websites en programmatuur een argument in handen om echte toegankelijkheid niet van meet af aan in te bouwen in websites en andere software. Het implementeren van programma’s als Readspeaker en BrowseAloud, dat recentelijk met veel gebral op de markt verscheen, kan dus negatieve gevolgen hebben voor de verdere ontwikkeling op het gebied van de ontsluiting van digitale aspecten in onze samenleving.
Ik zou onder andere Viziris op het hart willen drukken geen verdere middelen te besteden aan het verfraaien van websites met surrogaat hulpmiddelen en het geld daarvoor te besteden aan waar men bewezen heeft goed in te zijn: vergaderen, meedenken en hiervan regelmatig verslag doen in de berichtenservice. Daarmee wordt de vooruitgang niet in de weg gezeten en wordt het risico vermeden, dat echte blinden straks moeten knokken voor software die nodig is om de computer bruikbaar te maken voor mensen die er meer mee doen dan een stukje tekst lezen.
Verder hoop ik maar, dat voor de toch niet zo heel erg blinden, de Annekes voor wie huizen grijze blokken zijn en beeldschermen dingen die je op je bureau ziet staan, de voorleeslink op een ‘zichtbare’ plek wordt geplaatst. Volgens mijn spraaksynthesizer staat die link op de website van de Ooglijn namelijk geheel aan het eind van de pagina. Mosterd na de maaltijd?
Rob Melchers